Niet omdat het moet, maar omdat het kan’. Zo luidde de titel van mijn eerste blog over de Samenhangende Objectenregistratie. Belangrijkste boodschap: begin alvast met die integrale benadering van basisregistraties. Niet omdat de wettelijke plicht er ligt, maar omdat je winst kunt behalen door nu al stappen te zetten. Het is goed om te zien dat zoveel organisaties zijn begonnen met het opdoen van kennis over de SOR én de impact ervan. En dit laatste is er zeker….

Méér dan een kleine verschuiving

Want, nu organisaties aan de slag gaan, ontdekken ze dat de SOR méér is dan een kleine verschuiving onder de motorkap. Dit krijg ik ook geregeld terug op de cursussen en workshops die ik geef. Neem alleen al het oranje blok in het conceptuele model– en dan specifiek de Gebouwen. Hier zien we dat veel objecttypen anders zijn benoemd. Ook in de onderliggende eigenschapen volgt behoorlijk wat verandering en verfijning ten opzichte van de huidige gebouwregistraties in de WOZ, BAG en BGT.

SOR: een forse klus

De impact van die verschuiving wordt pas écht duidelijk wanneer we de gegevens van enkele WOZ-objecten combineren met bijbehorende BAG en BGT-data én er SOR-data van proberen te maken. Een forse klus. Dit geven cursisten van de verdiepingscursussen SOR mij ook mee. Natuurlijk..., de komst en de toepassing van een nieuw model of nieuwe standaard is altijd wennen. Maar, bij de SOR gaat het soms verder dan ‘even wennen’.   

Wat opvalt in de Samenhangende Objectenregistratie

Zo lijkt eenvoudig converteren van gegevens maar beperkt mogelijk. Ook krijg je te maken met nog niet geregistreerde objecten en eigenschappen – deze moet je dus nog verzamelen. Ook moeten er gegevens verder opgesplitst worden. Denk aan de gebruiksoppervlakten die gedetailleerder vastgelegd worden - dit terwijl we nét heel Nederland voorzien hebben van gebruiksoppervlakten per WOZ-onderdeel. Het werken met 2,5 en 3D geometrie is eveneens nieuw, evenals het bijhouden van deze set gegevens.

Iets meer oog voor de praktijk?

Niet verwonderlijk dat cursisten mij geregeld vragen: waarom doen we dit, wie heeft dit nodig? Vragen die ik soms lastig kan beantwoorden. Natuurlijk, het grote SOR-doel is dat we integraler werken, gegevens eenvoudiger registreren en gebruiken. Wie kan daar nu op tegen zijn? Maar, wellicht zijn we een tikkeltje doorgeslagen in de ambitie om aan de sluiten op INSPIRE, NEN en BIM. Iets meer oog voor het praktische gebruik van alledag was welkom geweest. Iets meer in de geest van: ‘Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker…’ 

Tips om te beginnen

Toch wil ik je niet ontmoedigen om alvast met de SOR aan de slag te gaan. Want, dat de SOR waarde gaat toevoegen, staat buiten kijf. De volgende tips gaan daar zeker bij helpen:

  • Lees niet alleen het document, maar ga er mee experimenteren en pas het toe op objecten die voor jou bekend zijn;
  • Inventariseer de knelpunten waar je in jouw datasets tegenaan loopt;
  • De overgang naar de SOR is groot voor WOZ-gegevensbeheerders; maak daarom tijd om de benodigde kennis op te doen;
  • Ga alvast aan de slag met data-analyse en leg vast welke gegevens verschillend zijn en start met het opschonen van deze data;
  • Als het model concreter is ingevuld, is het raadzaam een soort ‘tussenoplossing’ in te richten voor de aanvullingen en verbijzonderingen van data. Hierin leg je objecten en gegevens tijdelijk vast en borg je deze naar de toekomst toe.

Tot slot. Aken en Keulen zijn ook niet op één dag gebouwd. Voor de SOR geldt dit net zo goed. Ja, er is veel werk te verzetten en eenvoudig is het zeker niet. Maar zolang je als organisatie op tijd start, valt er wel degelijk veel te winnen.

Wil je eens verder praten over jullie specifieke situatie of kun je hulp gebruiken? Neem gerust contact met me op.