Met het project Phoenix werkt een internationaal consortium onder leiding van prof. Peter Baltus van de Technische Universiteit Eindhoven aan de ontwikkeling van ‘revolutionaire balletjes boordevol sensortechnologie en kunstmatige instincten. Wetenschappers van diverse universiteiten werken samen met ingenieurs- en adviesbureau Antea Group voor toepassing op plekken die ontoegankelijk zijn voor de mens. Intelligente sensorballetjes worden ‘opgeleid’ tot de inspecteurs van de toekomst.

De ogen van de ondergrond

De sensorballetjes worden de ‘ogen’ in de ondergrond. Zeker in Nederland waar het een spaghetti is onder onze voeten. Neem alleen al de tienduizenden kilometers aan leidingwerk in onze bodem. Plekken waar roestvorming, verstoppingen en lekken grote gevolgen kunnen hebben. Maar die tegelijkertijd lastig en soms zelfs gevaarlijk zijn om te inspecteren en te onderzoeken.

Stel, je wilt weten op welke locaties in een warmteleiding warmteverlies optreedt. De sensorballetjes kunnen dit heel snel in kaart brengen, zonder dat hier ingrijpende inspecties voor nodig zijn. Je stopt een paar balletjes in de leiding en ze laten zich met de stroom mee voeren. En met de data die ze onderweg verzamelen, kunnen systemen eenvoudig worden geoptimaliseerd.

Inspecteurs zo klein als pingpongballetjes

De ontwikkelde sensorballetjes zijn zo groot als een pingpongbal (in de toekomst nog kleiner) die met microscopisch kleine sensoren worden uitgerust. Denk aan sensoren die temperatuur, afmetingen, stroomsnelheid of stoffen in kaart brengen. Dankzij hun geringe afmeting vinden de balletjes hun weg in kleine en ontoegankelijke ruimtes. Dit maakt ze ideale instrumenten voor de inspectie van leidingsystemen.

Lees het volledige artikel