De Omgevingsvergunning toetst vooraf op basis van de regels of de initiatieven mogelijk zijn. Initiatiefnemers kunnen via één aanvraag bij één loket de vergunning krijgen. Door de vergunningverlening zo simpel mogelijk te houden, duren procedures niet onnodig lang.

Wat is nieuw?

  • De Omgevingswet zal minder vergunningplichten voor activiteiten bevatten. Voor de meest voorkomende activiteiten, zoals milieubelastende activiteiten en bouwactiviteiten, geldt nog steeds een plicht om een omgevingsvergunning aan te vragen;
  • De aanvraag vindt in principe plaats bij één loket onder één bevoegd gezag. In de meeste gevallen is dat bevoegde gezag de gemeente;
  • Onder de Wabo werd het al mogelijk om vergunningaanvragen voor bouw, milieu, cultuurhistorie en ruimtelijke ordening te bundelen. De Omgevingswet breidt dit verder uit met vergunningaanvragen uit bijvoorbeeld de domeinen water, ontgrondingen, rijkswaterstaatwerken, het spoor, de luchtvaart, archeologie en monumenten en sommige vergunningen uit lokale verordeningen;
  • Voor vergunningaanvragen voor activiteiten in en rond beschermde natuurgebieden en met mogelijke gevolgen voor beschermde soorten, blijft de provincie het bevoegd gezag;
  • De beperkte milieutoets verdwijnt;
  • Het begrip 'milieubelastende activiteit' vervangt het begrip 'inrichting';
  • Aanvragers bepalen zelf of zij activiteiten tegelijkertijd in één aanvraag of apart aanvragen.